11 september 2019

KBO Reis – Giethoorn / 2015

Met al vroeg de stralende zon hoog aan de hemel stonden 57 KBO leden klaar om met de bus het jaarlijkse uitstapje te gaan maken naar Giethoorn. Vanaf het oude gemeentehuis aan de Schoolstraat  vertrok de bus van “De Cock” , om klokslag 08.00 uur, wat duidelijk was te horen als een soort afscheid en goede reis toegewenst, vanuit de klokkentoren van de katholieke kerk, richting de Meern waar onze eerste stop voor koffie met gebak zou worden .

De stemming in de bus was weer opperbest. Of dat men elkaar in geen jaren had gezien werden de laatste nieuwtjes, roddels en verhalen aan elkaar verteld. Men had amper tijd om te klagen over de drukte op de wegen. Zo vlogen de eerste twee uren snel voorbij en konden we om 10.00, via een wel heel erg slechte parkeerplaats, dan ook de koffie met een overheerlijk stuk gebak, waar we inmiddels wel aan toe waren, nuttigen.

Na deze onderbreking werd de reis vervolgd. Via de Utrechtse heuvelrug richting de Flevopolder over de A6, waar we hier en daar loslopende Mammoets tegen kwamen. Met een pluizig stukje weg, en vele windmolens, verlieten we geruisloos deze laatst ingepolderde provincie. We reden de Noordoostpolder binnen langs de bekende vissersdorpen Urk, Schokland en Vollenhove en het bekendste schaatsdorp Sint Jansklooster richting ons doel Giethoorn. Rond 12.30 werden wij hier hartelijk ontvangen door her personeel van “De Rietstulp” waar de tafels al keurig waren gedekt om hier onze lunch te gebruiken.

Een overdadige lunch met een zoetbroodje, die naar wij dachten niet meer werden gebakken, een heerlijke kroket, diverse soorten vlees- en zoetwaren en verschillende soorten brood, koffie, thee en zelf sinaasappelsap. Een maaltijd die wij ons goed lieten smaken

Echter we waren natuurlijk niet alleen gekomen om onze buiken te vullen. Er moest worden gevaren en gekeken worden hoe men in dit dorp leefde. Met twee boten ging ons gezelschap dan ook op stap, of te wel ter vaart.

Giethoorn is een waterstreekdorp in de kop van Overijssel, in de gemeente Steenwijkerland in de provincie Overijssel en ligt tussen Steenwijk en Meppel.  De eerste vermelding van Giethoorn dateert uit 1225. Flagellanten worden vaak vermeld als stichters van Giethoorn. Gait Berk schrijft erover: “Als dat waar is, is het fantastisch. Stel u voor, een troep haveloze dwepers die zich al maar geselen en uitzinnig ronddolen om dan voorouders te worden van een degelijk gekleed en kalm ploeterend volk.” Gait Berk legt ook een verband met het klooster dat in Giethoorn-Noord gestaan heeft. Deze pioniers vonden veel geitenhoorns die door de stormvloed van 1170 vanuit de Zuiderzee omgekomen waren. Zij noemden de nederzetting dan ook Geytenhorn, later werd dat Geythorn, en dankzij het dialect is het Giethoorn geworden. De geitenhoorn is terug te vinden in het wapen van Giethoorn. Volgens taalwetenschappers heeft “hoorn” echter de betekenis “in het water uitspringende hoek land”, hetgeen de vorm “Gethorne” (1230) ook laat vermoeden.

Giethoorn was tot 1973 een zelfstandige gemeente. Giethoorn ging toen samen met Wanneperveen, Blokzijl en Vollenhove deel uitmaken van de gemeente Brederwiede. Op 1 januari 2001 fuseerden de gemeenten Brederwiede, Steenwijk en IJsselham tot de gemeente Steenwijkerland. Het dorp telt 2620 inwoners en is bekend door zijn bruggetjes, waterwegen en punters. Het wordt wel het ‘Hollands Venetië’ genoemd. Giethoorn is langgerekt en bestaat uit drie buurten die steeds versprongen van elkaar liggen. In het noorden is dat het Noordeinde, dan volgt de Middenbuurt en tenslotte het Zuideinde. De Dorpsgracht is de centrale as van Giethoorn en eindigt in het zuiden in het Zuideindiger Wijde. De boerderijen en huizen zijn gescheiden door kavelsloten waarover vlonders liggen die de huispercelen verbinden. De bultrugboerderij is kenmerkend voor Giethoorn. De boerderij lijkt een bult te hebben doordat de schuur hoger is dan het woonhuis. Door de vervening ontstonden plassen en meren. Om de turf te vervoeren groef men vaarten en sloten. Vele huizen zijn als het ware op eilandjes gebouwd, die alleen via bruggetjes te bereiken zijn. De meeste van de meer dan 176 bruggen zijn privé-eigendom. De enige doorgaande verbinding over land is een fiets- annex wandelpad dat dwars door het dorp loopt, het voornaamste verkeer vindt plaats over het water. Daarvoor wordt vaak gebruikgemaakt van de punter, voortbewogen met een punterboom.

Na een vaartocht van een uur door de kanalen en een stuk over de Bovenwiede meerde we weer veilig af bij ons beginpunt restaurant “De Rietstulp” We konden hierna ons vrij bewegen door de souvenierstad Giethoorn en een terrasje pakken op deze stralende zonnige dag. Waar de meeste van ons dan ook voor kozen.

Om 15.30 werd de bus weer op gezocht en werd koers gezet naar Restaurant “Onder de Linden” in Hoornaar, waar ons een drie gangen menu stond te wachten. Hoornaar is een klein dorpje.

Hoornaar is een dorp in de gemeente Giessenlanden, in de provincie Zuid-Holland. Hoornaar heeft 1753 inwoners (2013). Het gemeentehuis van de gemeente Giessenlanden staat in Hoornaar. Het dorp ligt in de Alblasserwaard, ten noorden van de rivier de Merwede, ten zuiden van de Lek en ten westen van het Merwedekanaal. Door Hoornaar stroomt het kleine veenriviertje de Kromme Giessen en de boezem de Vort. Langs Hoornaar stroomt de veenrivier de Giessen.

De naam Hoornaar komt van Hornedamme. Hoorn duidt op een bocht in een water. Ooit liep de rivier de Linge achter Hoogblokland en mondde uit in de Giessen. Daar werd een dam gelegd en er ontstond een nederzetting. Door de aanwezigheid van donken in de bebouwde kom van Hoornaar en de afwezigheid hiervan in de omliggende gebieden, is het duidelijk dat Hoornaar een lange bestaansgeschiedenis kent.

De geschiedenis van Hoornaar is rustig. In verhalen wordt gesproken over een overval op het dorp in 1481, terwijl in de 11e eeuw een aanval van Godfried van Lotharingen op Dordrecht voorkomen werd door graaf Dirk III van Holland.

In de 19e eeuw was Hoornaar sterk afhankelijk van de hennepteelt. De vezels van de hennep werden gebruikt voor de productie van touw. Later werd deze teelt verdrongen door de aardappel- en de bietenteelt. Naast deze vormen van akkerbouw leefde men ook van de veeteelt. Ook waren de kaashandel en expeditiebedrijven belangrijke bedrijven voor Hoornaar.

Door vertraging, wegens de files rond Utrecht, kwamen wij een half uur later aan bij het Restaurant voor ons diner. Echter ook hier werden wij weer hartelijk ontvangen. De mooi gedekte ronde tafels stonden al gereed. Echter door de lange rit waren we eerder toe aan een vloeibare versnapering dan aan een aardappeltje. We lieten dan ook dit vochtige nat sissend door onze kelen vloeien. Hierna werden de gerechten geserveerd. Een soepje vooraf en hierna een goed gebakken grote Wienerschnitzel werd opgediend met diverse groente en aardappelgerechten. De leden van de KBO lieten zich dit goed smaken. Met een smakelijk toetje werd deze maaltijd afgesloten. Het was inmiddels bijna 20.00 uur geworden. Tijd om huiswaarts te keren. Nu de files waren opgelost reden we, uitbuikend, vlot terug naar Nieuw Vossemeer waar we om 21.15 arriveerde. De voorzitter bedankte Leo Dekker, die voor de laatste keer een grote reis had georganiseerd en hierbij het stokje overdroeg aan twee jongere leden. Moe en voldaan kunnen we terug kijken op een geweldige dag.

Bestuur hartelijk bedankt hiervoor